Mevrouw komt met haar rollator naar de Huiskamer gelopen. Sinds een half jaar woont zij in een verpleeghuis voor
mensen met dementie.
In het mandje van de rollator ligt een blouse. Een mooie kleurige blouse.
Echt een blouse die past bij haar!
Ze neemt de blouse uit het mandje en overhandigt het aan de medewerker.
“Deze is niet van mij, een foutje bij het uitdelen van de was.”
De medewerker bekijkt de blouse en zegt haar dat de blouse van mevrouw is.
Mevrouw reageert: “Meisje, het zou van mij kunnen zijn, want het zijn mijn kleuren en het is mijn stijl, maar geloof me, de blouse is niet van mij”.
En met een glimlach: “Ik had het inderdaad zelf uitgekozen kunnen hebben.”
De medewerker speelt daarop in en zegt: “Nou, dan neemt u de blouse maar, want het past inderdaad precies bij u.”
De ogen van mevrouw worden groot van verontwaardiging. Dat gaat haar echt te ver!
“Neeeee! Ik kan niet zomaar een blouse van iemand anders gaan dragen!”
Mopperend over de slechte houding, over de jeugd van tegenwoordig zonder fatsoen en nog meer onverstaanbare moppers, loopt ze weg uit de Huiskamer.
De medewerker legt ‘s avonds de blouse van mevrouw terug in haar kledingkast.
Zichtbaar geïrriteerd komt mevrouw met haar rollator naar de Huiskamer gelopen.
Korte driftige passen. In het mandje van de rollator ligt de blouse.
Door de irritatie is haar stem luid en de toon hoog. “Deze blouse is niet van mij!”
Het ligt in mijn kast, maar ik wil hem niet hebben! Hij is NIET VAN MIJ!”
De hele dag blijft mevrouw last houden van het onrustige, geïrriteerde gevoel.
De medewerker besluit te overleggen met de echtgenoot van mevrouw die elke dag op bezoek komt.
Meneer bevestigt dat de blouse van zijn vrouw is.
De medewerker legt uit wat er aan de hand is en meneer neemt de blouse mee naar huis.
Misschien dat ze later in de tijd wel kan accepteren dat het haar eigen blouse is.
De volgende dag komt meneer zoals gewoonlijk bij zijn vrouw op bezoek met een tasje bij zich.
Zacht zegt hij tegen de medewerker: “Ik heb de blouse mee terug genomen”.
Hij houdt het tasje omhoog. “Thuis heb ik hem nog eens goed bekeken en ik denk namelijk dat mijn vrouw gelijk heeft.
Kijk zelf maar eens. Er staat een andere naam in.”
De medewerker haalt de blouse uit het tasje en vouwt de kraag open.
Hardop leest ze het merklabel in de kraag voor:
“Miss Etam” staat erop.
Mysterie opgelost.